De start van Ster: een vooruitstrevende stap
Al in 1965 werd de Stichting tot Uitzending van Reclame (SUR) opgericht, de voorloper van het huidige Ster. Minister Maarten Vrolijk gaf de organisatie de taak om reclame op televisie en radio mogelijk te maken. Het was een vooruitstrevend besluit dat goed paste in een tijd van snelle mediaontwikkeling. Nederland zette hiermee een belangrijke stap richting de huidige omroepstructuur waarin publieke inhoud en commerciële mogelijkheden naast elkaar konden bestaan.
HET ALLEREERSTE reclameblok: een nieuw tijdperk
Op maandag 2 januari 1967 zond Ster om 18.55 uur het allereerste reclameblok uit op Nederland 1. In minder dan vijf minuten kwamen zeven commercials voorbij van onder andere Cebuco, Kwatta en Jumbo spellen. De openingscommercial van Cebuco sprak direct de kijker aan: ‘Zeven seconden geleden begon de reclame op televisie. U wist het uit uw krant.’ Het blijkt een commercial van dagbladorganisatie Cebuco, met de slogan: ‘De krant kunt u niet missen. Geen dag.’ De komst van tv-reclame werd zelfs aangekondigd in de krant met de nieuwskop: 'Vandaag doet een nieuw element op de Nederlandse tv zijn intrede.'
Dappere merken en buitenlandse inspiratie
De eerste adverteerders waren echte pioniers. In een tijd waarin televisiereclame nog nieuw en onzeker terrein was, durfden zij als eersten hun merk op de kaart te zetten. Daarbij keek Nederland nadrukkelijk naar het buitenland: Amerikaanse en Britse voorbeelden inspireerden en stimuleerden de ontwikkeling van een eigen reclamecultuur. Een cultuur waarin later ook Nederlandse bureaus en creatieven het verschil maakten.
Bekende gezichten
Vanaf het begin verbonden bekende Nederlanders zich aan reclamecampagnes. Zo verscheen Ramses Shaffy verscheen al in het allereerste reclameblok in een spot voor chocolademerk Kwatta en werd acteur Ton van Duinhoven geliefd als het gezicht van Jamin. Deze bekende gezichten gaven merken niet alleen zichtbaarheid, maar ook persoonlijkheid. Ze maakten reclame menselijk en herkenbaar voor het grote publiek.
Meer zendtijd, meer mogelijkheden
In de beginjaren was reclame beperkt tot een kwartier per dag alleen rond het NOS Journaal. Wie wilde adverteren, moest een aanvraag indienen en kreeg slechts een deel van de gevraagde tijd. Maar in 1987 veranderde dat: reclameblokken mochten ook tussen programma’s verschijnen. De ‘zwevende reclame’ deed haar intrede. Vanaf 1992 volgde nog een mijlpaal: reclame op zondag. Onderzoek liet zien dat kijkers daar weinig moeite mee hadden – reclame was inmiddels onderdeel van het kijkritme geworden.
van golvend water naar een sympathiek leeuwtje
In de beginjaren van Ster werd elk reclameblok visueel gescheiden met een neutraal beeld: golvend water. Zo wisten kijkers dat ze naar afzonderlijke commercials keken. Maar poppenfilmmaker Joop Geesink zag - geïnspireerd door buitenlandse voorbeelden - dat deze verplichte tussenmomenten ook leuker konden. Waarom geen vrolijk filmpje in plaats van golvend water?
In 1972 kwam hij met het idee voor een sympathiek, klunzig leeuwtje en legde dat voor aan toenmalig Ster-directeur Chris Smeekes. Die was enthousiast, liet proefversies maken en legde het idee voor aan een testpubliek. De reacties waren direct positief: Loeki de Leeuw was geboren. De mascotte kwam tot leven en groeide al uit tot een vertrouwd gezicht tussen de Ster-reclames.
Een deuntje dat blijft hangen
De herkenbare Loeki-muziek werd gecomponeerd door Marian de Garriga. Elk seizoen kwamen er nieuwe animaties en dus ook nieuwe muzikale versies: klassiek, jazzy, swingend. Altijd anders, maar toch vertrouwd.